vrijdag 18 januari 2013

Rotatiesnelheid

Binnen de roosterergonomie is altijd aandacht voor de rotatierichting en de rotatiesnelheid. In een eerder blog artikel ben ik dieper ingegaan op de zin van voorwaarts roteren. Deze keer iets meer inzicht in de roosterergonomische regel om snel te roteren.

Twee aspecten. 
Het roosterkenmerk rotatiesnelheid kent twee aspecten:
- het aantal gelijksoortige diensten achtereen.
- het totaal aantal diensten achtereen tot de volgende vrije dag.

Afhankelijk van welk soort dienst het betreft, heeft de rotatiesnelheid consequenties voor het sociale leven en voor de biologische ritmiek. Veel onderzoekers zijn het er over eens dat snelle (twee à drie diensten van dezelfde soort achtereen) rotatie en gematigd snelle rotatie (drie à vier gelijksoortige diensten achtereen) in wisseldiensten beter is dan trage rotatie: beter weinig dan veel ritme verstorende diensten achterelkaar.

De gematigd tot snelle rotatie voorkomt dat het biologische ritme van de onregelmatige werker te sterk verstoord raakt aan het steeds veranderend patroon van werktijden. Het bioritme blijft dan zo goed mogelijk verankerd aan het gewone dag- en nachtritme.

Een ander voordeel is dat voorkomen wordt dat er tijdens de langere series nachtdiensten een groot slaaptekort wordt opgebouwd.

Tot slot betekent snelle rotatie dat er in iedere week minstens enkele vrije avonden zijn die kunnen worden besteed aan sociale of verenigingsactiviteiten.

Hersteltijd.
Hersteltijd tussen diensten en tussen reeksen van diensten is belangrijk om vermoeidheid en slaaptekort en de daaraan verbonden risico op ongelukken en fouten zoveel mogelijk te voorkomen. Een snelle rotatie kan daaraan positief bijdragen.

Onderstaande figuur laat de verschillen in veiligheidsrisico’s zien voor respectievelijk vier achtereenvolgende dagdiensten en voor vier achtereenvolgende nachtdiensten.

In alle gevallen kent de volgende dienst een hoger relatief risico dan de voorgaande dienst. Bij nachtdiensten neemt het risico echter harder toe dan bij dagdiensten! Opvallend is dat de spreidingsmaat (het kleine balkje, dit geeft de spreiding om het gemiddelde aan) wel laat zien dat er sprake is van individuele verschillen, maar dat de spreiding bij een volgende dienst niet verder toeneemt.

Toch spelen individuele verschillen een grote rol. Sommige werknemers hebben juist heel veel last van de dienstovergangen tussen bijvoorbeeld een vroege en een late of nachtdienst. Meer last nog dan van de bezwaarlijkheid van veel nachtdiensten na elkaar. Zij zullen dus toch eerder kiezen voor langzame rotatie, omdat er dan minder van die overgangen in het rooster zitten.

Ook een tweede relativering is op zijn plaats. In een snel voorwaarts roterend rooster, zoals vaak wordt aangeprezen als ergonomisch verantwoord, valt niet te ontkomen aan cumulatie van vermoeidheidseffecten. Onderstaande figuur laat een toename zien van relatieve risico’s. Het betreft hier een roosterreeks van 2 ochtend- 2 middagdiensten – 3 nachtdiensten.

Dit ondanks het feit dat tussen de tweede vroege en de eerste avonddienst, respectievelijk tussen de tweede avond en de eerste nachtdienst een herstelperiode van 24 uur zit.


Een rooster met lange dienstreeksen, gevolgd door lange perioden vrij, wordt door ploegenwerkers soms als prettig beschouwd, vooral vanuit sociaal perspectief. Zij gaan dan voorbij aan de cumulatieve effecten, zoals hierboven genoemd, en gebruiken de lange vrije periode om bijvoorbeeld te recreëren of te klussen. Echter de vermoeidheid die door die lange reeksen wordt opgebouwd, leidt in de aansluitende vrije dagen tot een langere herstelbehoefte. Na afloop van een nachtdienstperiode komt daar nog bij dat de ritme-aanpassing op zichzelf energie kost en dus vermoeiend is. Meetbare effecten hiervan zijn aangetoond tot vier dagen na de afloop van de nachtdienstperiode. De kwaliteit van deze langere periode voor ontspanning en de mogelijkheden ervan voor maatschappelijke activiteiten zijn dus gering.
Indien overigens de beoordeling los staat van de eigen situatie en het eigen rooster blijken werknemers in onregelmatige of ploegendienst wel degelijk lange dienstreeksen te herkennen als één van de meer bezwaarlijke roosterkenmerken.

Ook weer niet te snel!
Zeer snelle rotatie van het rooster moet er niet toe leiden dat het rooster door (zeer) frequent wisselen onregelmatig wordt. Deze zogenaamde dubbele onregelmatigheid heeft grote negatiieve gevolgen voor de afstemming tussen de werk en het sociale leven van de onregelmatige werker.
Dubbel onregelmatige roosters komen veel voor in de transportsector en in de gezondheidszorg. De voorspelbaarheid van deze roosters is, uitzonderingen daargelaten, vrijwel nihil. Plotselinge roosterwijzigingen, in deze sectoren niet ongebruikelijk, verergeren de situatie nog verder. Mogelijkheden om vooruit te plannen zijn noodzakelijk voor een normaal sociaal en gezinsleven.


Disclaimer:
FNV Bondgenoten kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige schade, in welke vorm dan ook, die voortvloeit uit informatie op deze website. Evenmin kan FNV Bondgenoten aansprakelijk worden gesteld voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik, het onvermogen tot gebruik of de resultaten van het gebruik van informatie op deze site.
Alle informatie, voorbeelden en suggesties zijn samengesteld en geschreven met uiterste zorgvuldigheid. We kunnen echter niet garanderen dat alle informatie juist is.
FNV Bondgenoten is aansprakelijk voor de inhoud van door bezoekers geplaatste reacties. Reacties worden enkel op risico van de schrijver geplaatst. FNV Bondgenoten kan niet instaan noch aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van reacties.