Moderne zogenaamde maatwerkroosters bouwen de mismatch tussen de geplande personeelsbezetting en het werkaanbod af. De mismatch is een direct gevolg is van de beperkte standaardmogelijkheden om het beschikbare personeel flexibel af te stemmen op variaties in het werkaanbod.
De mismatch is terug te zien in momenten van overbezetting en onderbezetting. Er zijn teveel of te weinig werknemers beschikbaar in verhouding tot het aanwezige werkaanbod.
In de nieuwe manier van roosteren wordt de ideale - netto – bezetting in kaart gebracht op basis van een analyse van het werkaanbod. Vervolgens gaan de bezettingseisen ‘Mee-ademen’ met het werkaanbod.
Een werklastanalyse brengt nauwkeurig in kaart wanneer en hoeveel er geproduceerd wordt. De analyse levert een scherp beeld van het benodigde aantal productieve uren uitgezet in de tijd. Zodoende kan de personeelsbezetting strakker gepland worden. Als er werk is zijn er ook werknemers. Meer werk dan ook meer mensen en vice versa.
Een simpel voorbeeld ter verduidelijking:
In een - inflexibel- vlak drie ploegendienstrooster wordt middels de volgende berekening de bezetting vastgesteld:
a. 10 werkplekken
b. elke werkplek moet 40 uur ingeroosterd worden.
c. totaal dus 400 productieve uren per week.
d. uit de bruto/netto berekening (kom ik zo op terug) blijkt dat ik elke medewerker netto 29, 57 uur per week kan inzetten.
e. De benodigde bruto bezetting is dan 400/29,57 = 13,53 fte.
f. De contractuele arbeidsduur is 36 uur. Er ontstaat op jaarbasis dus 23 ADV dagen ( 52,18 weken * 4 uur/ 8 uur).
Bij innovatieve zogenaamde maatwerkroosters wordt de werklast diepgaand geanalyseerd en uitgedrukt in productieve uren die ingeroosterd moeten worden.
Leegloopuren worden (dus) niet meer mee geteld.
g. 10 werkplekken
h. Volgens de werklast analyse moeten er 364 productieve uren ingeroosterd worden.
i. We roosteren vervolgens 364/10 = 36,4 uur per werkplek in.
j. Via de netto/netto berekening is dat een bruto bezetting van 364/29,57= 12,31 fte
k. Besparing (13,53 – 12,31 =) 1,22 fte, bijna 10%!
l. Bij een contractuele arbeidsduur van 36 uur wordt er per week 0,4 uur teveel gewerkt. Op jaarbasis dus 20,8 uur, in totaal nog 2,5 ADV dag per werknemer over.
Deze optimale bezetting is te vergelijken met de voorheen gehanteerde bezetting. Het verschil vormt een indicator voor de potentiƫle afname in arbeidsplaatsen indien de mismatch wordt opgelost.
Minder leegloopuren.
Wanneer er voorheen gewerkt wordt met ADV-dagen is de kostenbesparing bij het optimaliseren van de personeelsbezetting ook op een andere wijze sprekend in beeld te krijgen. ADV dagen zijn in maatwerkroosters veelal niet meer zichtbaar ingeroosterd. De ADV uren worden gebruikt om perioden van leegloopuren “af te vullen”. Tijdens leegloopuren zijn er nummers geen/minder werknemers nodig, dus kan hun afwezigheid “gepland” worden. Elke ADV dag die in een maatwerkroosters dus “verdwijnt”levert een rechtsreeks kostenvoordeel voor de werkgever op. Stel dat een uurloon (incluisef werkgeverslasten) 40 euro is, dan brengt een weggeroosterde ADV dag dus 8*40= 320 euro op.
Nogmaals een voorbeeld.
a. De werklast analyse komt uit op een gemiddelde werklast van 380 uur per week.
b. Netto/netto: 380/29,57 = 12,85 fte bruto bezetting
c. Ik heb 10 werkplekken
d. Voor elke werkplek rooster ik 380/10 =38 uur per week in.
e. De gemiddelde contractuele arbeidsduur volgens de CAO is echter 36 uur.
f. Er ontstaan ATV dagen, want ik mag een ieder maar 36 uur in roosteren.
g. Per week /per werknemer dus 2 uur teveel ingeroosterd.
h. Op jaarbasis 2x 52,18 = 104,36 uren teveel.
i. In dagen uitgedrukt en afgerond is dat 13 ADV dagen per werknemer per jaar.
j. Voorheen was er sprake van 23 ADV-dagen. Opbrengst voor de werkgever dus 13 ADV dagen per werknemer per jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten